“ Wieringa’s nieuwe roman, Caesarion getiteld, is een ouwewijvenboek – we moeten het een beetje plaatsen in de traditie van Anna Enquist, Paulo Coelho en Konsalik. Rare beeldspraak, überhaupt raar taalgebruik, gedoe met familie, lekker veel gereis, vage kunst, pianomuziek, spirituele gedachten en ziekte en dood alom. […] Eerst maar even de stijl. Wat viel zoal te noteren? ‘Ze kwam overeind als een spijker die rechtgebogen wordt, en klemde me in haar armen als een verloren zoon.’ Die spijker is nog wel leuk, maar waarom hebben we het nu toch weer over een verloren zoon? ‘Wit en huiverend stond ze daar, haar waterige ogen volgden mij met lege nieuwsgierigheid.’ Lege nieuwsgierigheid. Tja. Een piano is zo vals ‘als een compliment aan je schoonmoeder’. ‘Ik keek door mijn oogharen en zag een vrouw aan een tafeltje.’ Kijken door oogharen. Ach. Die vrouw drinkt: ‘Ze liet de vloeistof in haar glas schommelen als een grondzee.’ Goed schommelen is het halve werk. Tot zo ver de stilistische kitsch.
Goed, Max Pam zeikt geen boeken meer af in HP/DeTijd, maar dat geeft niets: Arie Storm kan dat evengoed of nog beter. In dit geval kraakt hij de nieuwste roman van Tommy Wieringa, Caesarion. In het Parool.
Leave a Reply
You must be logged in to post a comment.