Het citaat: 11 oktober

Progressieve politici nemen veel te weinig ruimte in het debat over godsdienstvrijheid. Ze laten zich in het defensief drukken door de harde, dikwijls discriminerende taal van Wilders. Ons komt een taak toe om in het gepolariseerde debat dat wij nu kennen de godsdienstvrijheid te verdedigen. Dat betekent de vrijheid om te geloven zoals jij dat wil, zonder beperkingen opgelegd door de staat. […] De hartstocht die wij terecht aan de dag leggen om praktizerende homoseksuelen toegang te geven tot het reformatorische onderwijs en SGP-vrouwen tot de Kamer, moeten wij ook ten toon spreiden om Islamitische homo’s en vrouwen hun vrije keuzes te kunnen laten maken. […] De staat komt een belangrijke taak toe om deze individuele vrijheid te beschermen. Dat betekent dat de staat gelovigen moet vrijwaren van vernedering. Let wel (zeg ik daar nadrukkelijk bij), vernedering is niet hetzelfde als belediging, als het lasteren van God of het hard bekritiseren van heilige boeken. Bij belediging komt de staat wat mij betreft geen taak toe. […] Godsdienstvrijheid betekent – wat mij betreft ook – dat geloof, het je beroepen op god, niet mag leiden tot het veroordelen of uitsluiten van andersdenkenden. Het mag er ook niet toe leiden dat gelovigen worden bekneld in hun levensstijl of in hun hoogstpersoonlijke wijze van geloven. Simpelweg: godsdienstvrijheid betekent juist dat je gelovige kan zijn èn praktizerend homoseksueel op een reformatorische school. Het betekent ook dat een jonge Islamitische vrouw, zonder hoofddoek, niet vernederd mag worden of thuisgehouden omdat ze volgens islamitisch gezag onrein zou zijn. […] Hoewel de harde kern klein is, hebben veel salafistische, orthodoxe opvattingen veel bredere steun in de Nederlandse Islamitische gemeenschap. Dat zijn opvattingen over een theocratie, over de gelijkwaardigheid van man en vrouw en van hetero’s en homo’s. Deze opvattingen worden van bovenaf dwingend opgelegd en hebben grote gevolgen voor de vrijheid van met name vrouwen en homoseksuelen. Ik ben ervan overtuigd dat er in Nederland duizenden moslimvrouwen zijn die – door Islamitisch gezag dwingend voorgeschreven en door vaders, ooms en zonen trouwhartig nageleefd – te weinig bewegingsvrijheid kennen. Daarbij helpt het niet dat ze meestal financieel afhankelijk zijn (maar 7% van de allochtone vrouwen in Nederland is financieel zelfstandig) en dikwijls laagopgeleid. Voor deze vrouwen geldt dat een eerbaar leven zich voornamelijk binnen de vier muren van hun huis afspeelt, dat zij ondergeschikt zijn aan de man des huizes, dat hun zeggenschap in de opvoeding van de kinderen beperkt is en dat er strenge voorschriften zijn ten aanzien van hun kleding en gedrag.
Voor hun dochters geldt te vaak hetzelfde. Voor mij als politicus […] is dit niet aanvaardbaar.

Links en nuttige woorden, het zou toch een keer tijd worden. Uitgesproken door Femke Halsema tijdens een lezing over gewetensvrijheid. Die zal nu we weer worden terechtgewezen door Oud Linkse intolerantietoleranten. Hele tekst hier.


Posted

in

by

Tags:

Comments

13 responses to “Het citaat: 11 oktober”

Leave a Reply