Eens in de zoveel tijd debuteert een jonge auteur die met kop en schouders boven alle anderen uitsteekt. Een roman waardoor de lezer vanaf de allereerste alinea al aanvoelt dat het gaat om een schrijver die wars is van traditie en gezapig conformisme. Willem Bosch (26) is zo’n debutant, blijkt na lezing van zijn eerstgeborene Op Zwart (uitgeverij Lebowski). Terwijl literair Nederland werd (en wordt) geteisterd door jonge debutanten, bij voorkeur afkomstig uit de Amsterdamse blanke Happy Chaos grachtengordelgymnasiumscene, die zonder al te veel talent hun pathetische eenheidsworst produceren met kennelijk als belangrijkste doel een optreden op Jonge Schrijversavonden of het te gast mogen zijn op een van de vele literaire zelffeliciteeravonden in de Rode Hoed, Spui 25 of Hotel V, deed Bosch met zijn Op Zwart iets geheel nieuws. Hij schreef een verhaal. Met een clou. Zonder ook maar een spatje autobiografie, en zonder ook maar één keer in pretentieuze egomane neo-Bukowskiaanse snobistische literatureluur met zelfbenoemde elitaire boodschap te vervallen die zo kenmerkend is voor debuten van jonge schrijvers in de afgelopen tien jaar. In Op Zwart geen semi-gevoelig gemekker over een hipsterstudent die de grote stad ontdekt, veel drank en drugs probeert, op zoek gaat naar de grote liefde en uiteindelijk goed terechtkomt omdat pappie en mammie op het laatste moment met voldoende wisselgeld bijspringen zoals pappie en mammie altijd hebben gedaan in het nog bleue leven van de auteur. Lees verder op VK.nl >>>
Recensie: Op Zwart
by
Tags:
Leave a Reply
You must be logged in to post a comment.