Onlangs vroeg de redactie van de Varagids aan mij of ik een ode aan Hans Teeuwen wilde schrijven. Dit voor hun reeks ‘ode aan de Zomergast’, met elke week een ode aan de Zomergasten-gast van die week. Onderstaande ode verscheen dan ook vorige week in de papieren Varagids (nummer 30) en nu dus hier online.
Ik ontmoette Hans Teeuwen voor het eerst in het theater, als toeschouwer bij één van zijn shows. Via een minirecensie in het magazine dat ik als CJP-houder elke maand kreeg thuisgestuurd, was ik hem op het spoor gekomen. ‘Opkomend talent’, stond er onder de afgedrukte speellijst van Hard & Zielig en ‘bij vlagen snoeiharde en grove show’.
Teeuwen was net begonnen aan een tournee met Hard & zielig, zijn eerste soloshow waarmee hij zou doorbreken. Het was in Theater de ReeHorst in Ede en de zaal was nog niet eens voor de helft gevuld. Toen Teeuwen achtereenvolgens een pauw en een tandartsboor imiteerde wist ik niet meer hoe ik het had en bij de imitatie van een espressoapparaat rolde ik uit mijn stoel.