Misschien was het dat Vlaamse accent. Of die al even Vlaamse flegmatiek. Of zijn aankondiging van een Zomergasten die in het teken zou staan van zijn “ongelofelijke gevoeligheid voor de visuele schoonheid van de wereldâ€. Wat een “kleurrijke en verstillende avond zou gaan wordenâ€, zo vulde zomergastheer Wilfried de Jong aan. Wat hét dan ook was, David van Reybrouck bleek een Zomergast van formaat. Van Reybrouck was geen poseur. Geen pocher, geen snob, geen pleaser, geen narcist, geen koortsig ego noch een opzichtig dweper. Hij was oorspronkelijk denker en had in het format van Zomergasten vooral als nadeel dat hij in het format van Zomergasten zat. Liever had hij oneindig doorgepraat zonder onderbreking, hardop doordenken, maar De Jong moest soms onverbiddelijk ingrijpen en afremmen. Niet alleen om te voorkomen dat Van Reybrouck al te diep op zijn eigen materie zou ingaan, zoals zijn ideeën over nieuwe vormen van democratie omdat de huidige niet meer functioneert (“het dak lektâ€), maar toch ook omdat er in die kleurrijke en verstillende avond nog teveel fragmenten zaten.
Lees verder op Geenstijl.nl >>>