“ De minister-president was met de plaatselijke CDA-afdeling op campagnebezoek bij de drie grootste studentenverenigingen van Leiden en kreeg bij Minerva een introductie te verstouwen die in elke andere setting ronduit pijnlijk zou zijn geweest. […] De vicepresident van de sociëteitscommissie klom op een grote tafel aan het hoofd van de zaal en refereerde aan het feit dat de gast van de avond uit „een gat†in Zeeland kwam, tijdens zijn studententijd lid was van een „abjecte knorrenclub waarvan de naam me doet denken aan een laxeermiddel†(Balkenende was lid van het VU-corps L.A.N.X.) […] Balkenende beklom de tafel, biertje in de hand, en diende de vorige spreker met zichtbaar genoegen van repliek. „Bos: VU. Rouvoet: VU. Ik: VU. Geen Leidenaar te bekennen.” […] Op Augustinus en Quintus, de twee andere verenigingen die Balkenende bezocht, ging hij de honderden aanwezigen voor in het zingen van het Io vivat. […] De opmerking dat wie niet lid wordt van een vereniging écht wat mist, werd bij Augustinus en Quintus met applaus ontvangen. Bij Minerva niet. Bij Minerva wordt niet geklapt, daar roept men „bravo!â€
De premier van Nederland, door iedereen volledig kapot gewantrouwd, staat midden in de gemeenteraadsverkiezingscampagnetijd met zijn gereformeerde knorrenhoofd bij Minerva op tafel met een glas pils in de hand het “b’veau!” in ontvangst te nemen. Weer-zin-wek-kend. Gejat uit NRC Handelsblad.
Leave a Reply
You must be logged in to post a comment.